Skip to main content

Door het tekort aan technici dreigt onder meer de uitvoering van de energietransitie en de bouwopgave vast te lopen. Daarom lanceren vijf technische sectoren in samenwerking met VNO-NCW en MKB-Nederland vandaag het ‘Aanvalsplan Techniek’ met tal van onconventionele maatregelen. In het plan worden suggesties gedaan om de arbeidsmarkt compleet anders in te richten voor technici. Het nieuwe systeem, de Gouden Poort genoemd, moet uitgroeien tot dé centrale plek voor starters, zij-instromers, nieuwkomers en ervaren vakmensen die een switch naar een (andere) technische sector overwegen. In samenwerking met betrokken partijen – zoals vakbonden en overheden – moet het Aanvalsplan in de komende tien jaar flinke extra investeringen losmaken en moeten zo’n 60.000 vacatures structureel worden ingevuld.

Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW: ‘Het is echt vijf voor twaalf. Zonder onconventionele oplossingen loopt Nederland op tal van fronten letterlijk vast door het gebrek aan technici. Ik ben dan ook trots op deze branches die met concrete acties een trendbreuk willen realiseren. Ze kunnen dit niet alleen en hebben er ook de steun van bijvoorbeeld onderwijsinstellingen, overheden, O&O-fondsen en hun leden bij nodig. Ik nodig al die partijen uit om samen te zorgen dat het lukt, zodat de motor van de economie en de energietransitie kunnen blijven draaien.’

Het Aanvalsplan Techniek is gebaseerd op drie belangrijke uitgangspunten:  

Meer mensen laten kiezen en behouden voor de techniek

Er moeten weer meer mensen kiezen en behouden blijven voor de techniek. Ambitie is de instroom te verdubbelen en de uitstroom tot een minimum te beperken. Hiermee moeten op termijn structureel 25.000 vacatures per jaar worden ingevuld. Hiervoor wordt door de branches onder meer de Gouden Poort opgezet. Die moet uitgroeien tot dé centrale plek voor starters, zij-instromers, nieuwkomers en ervaren vakmensen die een overstap naar een (andere) technische sector overwegen of zich verder willen bekwamen. De Gouden Poort verzorgt verder o.a. (zij-)instroomtrajecten, begeleiding en plaatsing op basis van vaardigheden en van daaruit krijgt iedereen die voor een baan in de betrokken sectoren kiest onder andere 10-jarige werk- en ontwikkelgaranties aangeboden. Om de bestaande tekorten aan techniekdocenten te verminderen, stelt het bedrijfsleven verder 1.000 extra (hybride) docenten beschikbaar en komen er Techniekcentra voor hybride beroepsopleidingen ter versterking van de bestaande opleidingsbedrijven.

Slimmer en sneller: hogere productiviteit in de techniek

Met een productiviteitsoffensief willen de branches zorgen voor meer robotisering en digitalisering van de industrie (smart industry), meer pre-fab bouw en standaardisering en meer programmatische en seriematige overheidsaanbestedingen. De ambitie is deze transformaties substantieel te versnellen. Hierdoor zijn naar verwachting 25.000 technici per jaar minder nodig.

Talent van buiten

De ambitie van de samenwerkende branches is om meer statushouders aan de slag te helpen en meer talent van buiten (tijdelijk) aan te trekken. Een gerichte vakkrachten-regeling moet hierbij helpen. Met het aantrekken van dit talent kunnen naar schatting structureel zo’n 10.000 vacatures per jaar worden ingevuld. 

Aanvalsplan-Techniek

 

Reacties van de deelnemende partijen

Hieronder vindt u een reactie van alle betrokken voorzitters op het Aanvalsplan.

Theo Henrar, voorzitter FME: ‘Dit samenwerkingsverband is een historische doorbraak. We gaan met elkaar fors investeren in het technisch onderwijs en in de arbeidsmarkt. Zo zorgen we ervoor dat ervoor dat werken in de techniek en in de technologie aantrekkelijk is’.

Fried Kaanen, voorzitter Koninklijke Metaalunie: ‘Het belang van goede vakmensen is voor ons, als ‘backbone’ van de Nederlandse maakindustrie, zeer groot. Zonder voldoende goed opgeleide vakmensen komt de productie en toelevering op een lager niveau te liggen en dat is slecht voor de Nederlandse economie en alle maatschappelijke uitdagingen die voor ons liggen. Samen staan we sterk.’

Doekle Terpstra, voorzitter Techniek Nederland: ‘Dit een baanbrekend plan. Als technische branches slaan we de handen ineen om de tekorten terug te dringen. Dankzij dit aanvalsplan kunnen we veel mensen een prachtig carrièreperspectief bieden. Bovendien helpen we ons land vooruit om een aantal grote maatschappelijke uitdagingen op te lossen, zoals de energietransitie. Wij roepen het kabinet op om samen met ons snel aan de slag te gaan. De urgentie is nog nooit zo groot geweest.’

Maxime Verhagen, voorzitter Bouwend Nederland; ’ Door de unieke samenwerking met andere technische sectoren kunnen we onze achterban goed ondersteunen bij het oplossen van krapte op de werkvloer. Samen met vakbonden gaan we instroom en zij-instroom nog verder verbeteren en zorgen we dat we vakkrachten behouden voor onze sector. Ook helpen we onze bouw- en infrabedrijven bij investeringen in benodigde technologische innovaties en de inzet van talenten van buiten Nederland. De overheid kan dit faciliteren door meer programmatisch te gaan aanbesteden en experimenten met een vakkrachtenregeling mogelijk te maken. Samen maken we dan de goede ambities op het gebied van woningbouw en de energietransitie waar.’

Maarten Otto, voorzitter WENB: ‘Zonder technisch talent geen duurzaam dak boven ons hoofd. De energietransitie en woonopgave dreigen spaak te lopen door het structurele tekort aan technici. Alleen al de energiesector heeft tot 2030 duizenden extra vakmensen nodig voor o.a. de uitbreiding en verzwaring van energie-infrastructuur, de bouw van windmolenparken en de installatie van warmtepompen, zonnepanelen en laadpalen. Daarom slaan we de handen ineen om méér technisch talent aan te trekken en te behouden: zo pakken we gezamenlijk het tekort van 60.000 technici in Nederland aan.’

Jacco Vonhof, voorzitter MKB-Nederland: ‘Ik hoop en verwacht dat meer branches in de techniek bij dit plan zullen aansluiten, want de nood is overal hoog. Belangrijk is en blijft ook goede samenwerking en verbinding met het onderwijs, onder meer om iets te doen aan de mismatch die er vaak is tussen vraag en aanbod.’