Skip to main content

De Limburgse Werkgevers Vereniging stuurt, in samenwerking met de overige regionale werkgeversverenigingen in Nederland, brandbrieven naar de ministers Kaag van Financiën en Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid omdat zij zich grote zorgen maakt over de fiscale en sociale wet- en regelgeving voor thuiswerkende grenswerkers na COVID-19. De tijdelijke regeling die voor thuiswerkende grenswerkers is getroffen, loopt namelijk op 1 juli aanstaande af. Dit is een catastrofe voor zowel de werkgevers als de grenswerkers. Saillant detail is overigens dat thuiswerkende ambtenaren geen problemen zullen ondervinden. Hiervoor wordt een uitzondering gemaakt. De overheid zou dit voor alle werknemers goed moeten regelen en nu met grote spoed moeten oppakken. In Limburg gaat dit over zeker 10.000 werknemers en in heel Nederland over zeker 80.000 werknemers.

Thuiswerken tijdens COVID-19
De fiscale en sociale positie van thuiswerkende grenswerkers en hun werkgevers was ten tijde van de Coronacrisis perfect georganiseerd. De lidstaten hebben dit bilateraal, zonder tussenkomst van de Europese Commissie, onderling goed geregeld. De thuiswerkende grenswerkers bleven onderworpen aan de sociale en fiscale wetgeving van het werkland. Deze tijdelijke regeling loopt op 1 juli aanstaande af.

Oude situatie onwenselijk
Als we op 1 juli zouden terugvallen in de oorspronkelijke wet- en regelgeving zal dit voor de thuiswerkende grensarbeiders en hun werkgevers een administratieve catastrofe worden. Er zullen dan voordelen en nadelen ontstaan voor de werkgever en zijn grenswerker. Grote onzekerheid, zware administratieve lasten, etc. De Nederlandse werkgever moet zijn thuiswerkende grenswerker namelijk sociaal verzekeren in België of Duitsland en het loon voor een deel belasten in België of Duitsland. Voor de werknemers kan dit betekenen dat zij mogelijk geen recht meer hebben op aftrek van hypotheekrente en mogelijk te maken krijgen met andere regelingen voor pensioen, ziektekosten of kinderbijslag.

 

Voorstel
Het is zaak dat er op korte termijn een oplossing komt.

Voor de korte termijn stellen wij voor:

  • Verleng de huidige tijdelijke afspraken totdat er een structurele oplossing is.

Voor de lange termijn stellen wij voor:

  • De tijdens de Coronacrisis toegepaste wet- en regelgeving zou na de Coronacrisis gecontinueerd moeten worden. Met dien verstande dat de thuiswerknorm dan op 40% komt te liggen (i.p.v. de huidige 25%). Dat wil zeggen dat een thuiswerkende grenswerker, die niet meer dan 40 % van zijn werkzaamheden in het woonland uitoefent, fiscaal en sociaal onderworpen blijft aan de sociale en fiscale wetgeving van het werkland, alwaar zijn werkgever gevestigd is. Dus Nederland.
  • Dit kan binnen de huidige sociale zekerheidsverordening EU-Vo 883/2004 (bijvoorbeeld art 16) geregeld worden. De multilaterale EU-norm van 25% moet dan bilateraal met de buurlanden verhoogd worden naar 40%. Het is namelijk onhaalbaar om alle 27 lidstaten op 40% te krijgen. Dat zou jaren duren.
  • Het fiscale deel kan middels de van toepassing zijnde belastingverdragen met Duitsland en België perfect geregeld worden.
  • De Ministeries van Financiën en SZW moeten eensgezind optrekken. Ook richting buurlanden. Niemand (noch werkgever, noch werknemer) heeft namelijk belang bij gebrek aan samenhang tussen sociale premies en loonbelasting op het loonkosten- en nettoloon niveau.